Antwoord: te midden van gemeenschappelijk groen en met een gemeenschappelijk ontmoetingscentrum!
Dat is in het kort het resultaat van onze participatieavond van 16 juni 2022. Een groep enthousiaste kandidaat-bewoners boog zich over het pilootproject "Klein Rijsel Fase 2" en ziet het al helemaal zitten.
Wensbeeld
Tijdens een interactieve sessie geleid door Avansa Oost-Brabant werd er gevraagd aan de deelnemers hoe ze willen samenwonen, wat willen ze delen, wat blijft liever privé? De groep wil de ruimte zo goed mogelijk benutten door een slim ontwerp, met goede ingebouwde kasten en dergelijke. Zo kan je compacter bouwen.
Het is een meerwaarde als het gebouw modulair zou zijn. Dat wil zeggen: het moet mee kunnen evolueren met de gezinnen. Dat kan door te werken met standaard bouwblokken die je later makkelijk een nieuwe functie kan geven. Als gezin 1 geen derde slaapkamer meer nodig heeft maar gezin 2 is zonet bevallen, verander je de tussenschotten en hop! De slaapkamer wordt vlot van de ene woning ingepast in de andere. Ook binnen een woning zien de deelnemers graag mogelijkheden om muren aan te passen en dergelijke.
Een polyvalente ontmoetingsruimte is belangrijk voor onze kandidaat-bewoners. Die zou bij voorkeur een plaats kunnen krijgen in het kopgebouw, aan de kant van de provincietoren. Of misschien kan zo'n polyvalente ruimte wel in een apart volume op de site?
Het zou een plek kunnen zijn die je kan reserveren voor een verjaardagsfeestje of buurtvergadering. En wanneer ze niet gereserveerd is, kan je er in het weekend terecht om een boekje in een zetel te lezen of elkaar te ontmoeten... Een goed uitgeruste materialenkast maakt dat mensen er kunnen knutselen, naaien... en kunnen besparen op gebruiksmateriaal. In een echte co-working ruimte of gedeelde wasplaats was er niet echt interesse. De deelnemers werken liever thuis of op kantoor in stilte.
Een goede vraag daarbij: zouden de huidige buurtbewoners ook willen gebruik maken van deze ruimte? Hoe zou zoiets beheerd moeten worden en door wie? | |
De deelnemers zouden ook een buitenruimte delen met elkaar. Als iedereen een klein (overdekt) terras heeft, voor een eettafel en wat planten, is er voldoende ruimte voor zichzelf. Zo blijft er plaats over voor een degelijke gemeenschappelijke speelruimte en een gemeenschappelijke moestuin. Die gedeelde tuin sluit best aan bij de ontmoetingsruimte. De privéterrassen zouden best aansluiten bij de keukens in de woningen. En misschien zou dat gemeenschapsgroen zich op de daken kunnen bevinden? Dat zou pas optimaal ruimtegebruik zijn! | |
Wasmachines, auto's of fietsen delen, kan, maar het hoeft niet voor iedereen. Een veilige, gemeenschappelijke fietsenstalling vinden de toekomstige bewoners wel nuttig. En voor de auto's maken ze graag gebruik van de parking onder de reeds gerealiseerde woningen van Dijledal aan het eind van de straat. Graag mét laadpaal, om voorbereid te zijn op de toekomst. |
Er namen niet alleen geïnteresseerde bewoners deel aan deze workshop, ook was er een buurtbewoonster aanwezig. Ze ging mee in constructief dialoog en gaf aan welke elementen van belang zijn voor de bewoners van de huizen op de Tiensevest die grenzen aan de site: het is niet de bedoeling om heel hoog te bouwen. Dat zou hen veel te veel licht ontnemen. De woningen krijgen volgens de stedenbouwkundige voorschriften maximum twee bouwlagen (een gelijkvloers en een verdieping).
Een van de deelnemers vroeg zich af of een kelder-keuken-systeem zoals we het kennen van herenhuizen in Brussel of Londen een piste is. De stedenbouwkundige voorschriften laten een hoogte toe van 7 meter vanaf het maaiveld, waardoor dit niet evident zal zijn, maar het kan zeker meegenomen worden. Voor het kopgebouw, aan de provincietoren mag er even hoog gebouwd worden als de bestaande huizen van de Tiensevest. Ernaast wordt verplicht een strook groen voorzien volgens de voorschriften omdat de tuinen van de Tiensevest hier te ondiep zijn en de gebouwen anders te dicht op elkaar zouden staan.
Er wordt daarom ook gevraagd aan de architect om rekening te houden met de doorgang naar de tuinen van de Tiensevest, zodat de huidige buurtbewoners te voet of met de fiets langs hun tuin naar binnen kunnen blijven gaan.
Voor alle duidelijkheid: er is nog niks beslist. Wat hier boven staat, is een wensbeeld van een aantal mensen die kandidaat zijn om op deze plek te gaan wonen. Binnenkort start de selectieprocedure van AG Stadsontwikkeling Leuven en zullen zij tegen maart 2023 een ontwerpteam aanstellen dat het ontwerp voor deze plek op zich zal nemen. Deze ideeën worden alvast meegegeven aan de ontwerpteams zodat zij kunnen onderzoeken wat er effectief technisch en financieel haalbaar is.
Comments